In de tekst
-
dormi
–
slapen
-
suno
–
zon
-
subita
–
plots, eensklaps, ineens, plotseling
-
ek
–
beginnende handelng
-
salti
–
springen
-
ĉiam
–
altijd
-
frua
–
vroeg
-
hodiaŭ
–
vandaag
-
meti
–
zetten, plaatsen, leggen
-
aĵ
–
concrete zaak
-
kuri
–
lopen, rennen, hardlopen
-
laŭ
–
volgens
-
homo
–
mens
-
kia
–
welke soort, wat voor
-
saĝa
–
snugger, wijs
-
knabo
–
jongen, knaap
-
baldaŭ
–
weldra, binnenkort
-
it
–
passief deelwoord / grammaticale stam, verleden tijd
-
nek
–
noch (… noch)
-
pensi
–
denken
-
diablo
–
duivel
-
memori
–
zich herinneren
-
dimanĉo
–
zondag
Extra
-
akvo
–
water
-
atendi
–
wachten
-
eĉ
–
zelfs
-
for
–
weg-, voort-
-
ĝis
–
tot
-
krii
–
schreeuwen
-
lasi
–
-
mem
–
zelf
-
momento
–
moment (ogenblik)
-
nokto
–
nacht
-
poŝto
–
post, posterijen
-
ridi
–
lachen