Tabelwoorden

  ki-
vragend
ti-
aanwijzend
i-
onbepaald
ĉi-
allesomvattend
neni-
ontkennend
-o
zaak
kio
wat
tio
dat (dit)
io
iets
ĉio
alles
nenio
niets
-u
persoon
kiu
wie
tiu
die
iu
iemand
ĉiu
iedereen
neniu
niemand
-am
tijdstip
kiam
wanneer
tiam
dan
iam
ooit
ĉiam
altijd
neniam
nooit
-a
eigenschap
kia
welke soort, wat voor
tia
zulke
ia
eender welke soort
ĉia
alle soorten
nenia
geen enkele soort
-e
plaats
kie
waar
tie
daar
ie
ergens
ĉie
overal
nenie
nergens
-el
manier en graad
kiel
hoe
tiel
zo
iel
op een of andere manier
ĉiel
op alle manieren
neniel
op geen enkele manier
-om
hoeveelheid
kiom
hoeveel
tiom
zoveel
iom
een zekere hoeveelheid, een beetje
ĉiom
de hele hoeveelheid
neniom
niets
-al
reden
kial
waarom
tial
daarom
ial
om een of andere reden
ĉial
om alle redenen
nenial
om geen enkele reden
-es
bezit
kies
wiens
ties
diens
ies
iemands
ĉies
ieders
nenies
niemands