Ontkenning
- Ne parolu, sed laboru! – Spreek niet, maar werk!
- Nek li nek ŝi respondis. – Noch hij, noch zij heeft geantwoord.
- Li neniam ridas. – Hij lacht nooit.
- Ŝi nenion diris, sed rapide foriris. – Ze zei niets, maar ging snel weg.
Mem / Sola
- Mi mem faris tion. – Ik heb dat zelf gemaakt.
- Mi sola faris tion. – Ik heb dat alleen gemaakt.
Estas …-e
In dergelijke zinnen volgt altijd een bijwoord:
- estas frue – het is vroeg
- estas facile – het is gemakkelijk
- estas bone – het is goed
- estas necese – het is nodig
Het onpersoonlijke "het" wordt niet vertaald. Men kan ook vaak estas weglaten:
- Bone, ke vi venis. – Goed, dat ge gekomen zijt.
- Malbone, ke vi ne povas veni. – Spijtig, dat ge niet kunt komen.
Voorvoegsel ek-
beginnende handeling:
- eksidi – gaan zitten
- ekstari – gaan staan/ opstaan
- ekkrii – beginnen te roepen
- ekmanĝi – beginnen te eten
Achtervoegsel -aĵ
concrete zaak:
- manĝaĵo – spijs/ eten
- trinkaĵo – drank
- sendaĵo – zending (pakje of brief)
- skribaĵo – schrift (geschreven ding)