In de tekst
-
Maja
–
Maja
-
et
–
verkleining
-
ul
–
persoon
-
tri
–
drie
-
ig
–
doen, maken
-
sana
–
gezond
-
alta
–
hoog
-
temperaturo
–
temperatuur
-
resti
–
blijven
-
morgaŭ
–
morgen
-
voki
–
roepen
-
doktoro
–
doctor
-
je
–
voorzetsel met meer betekenissen
-
naŭ
–
negen
-
horo
–
uur
-
por
–
voor
-
helpi
–
helpen
-
montri
–
tonen
-
piedo
–
voet
-
vesti
–
kleden
-
ĉio
–
alles
-
fine
–
eindelijk
-
semajno
–
week (7 dagen)
-
sub
–
onder
-
teo
–
thee
-
mateno
–
ochtend, morgen (begin van dag)
-
vespero
–
avond
-
deziri
–
wensen, verlangen
-
trankvila
–
rustig
-
farti
–
gesteld zijn, varen (zich voelen)
-
eg
–
Vergroting
-
Karlo
–
Karel
-
hm
–
hm
Extra
-
bezoni
–
nodig hebben, benodigen
-
esperi
–
hopen
-
familio
–
gezin (familie)
-
fojo
–
keer
-
hieraŭ
–
gisteren
-
hodiaŭ
–
vandaag
-
infano
–
kind
-
kara
–
lief, dierbaar, waard
-
lando
–
land
-
loĝi
–
wonen, resideren, gevestigd zijn
-
necesa
–
nodig
-
pensi
–
denken
-
peti
–
verzoeken, vragen
-
proksima
–
dicht(bij)
-
rimarki
–
bemerken, opmerken
-
terura
–
verschrikkelijk, vreselijk
-
tuj
–
onmiddellijk, dadelijk
-
tuta
–
heel, helemaal, gans
-
utila
–
nuttig
-
zorgi
–
zorgen