Wenszinnen
Als de hoofdzin een wens of gebod uitdrukt (wensen, bevelen, verzoeken, verlangen enz.), dan wordt de ondergeschikte deelzin de wensvorm (= gebiedende wijze, die eindigt op -u) ingeleid met ke (dat).
- Mi deziras, ke vi lernu. – Ik wens, dat je leert!
graag hebben, lusten
ŝati – graag hebben, mogen, op prijs stellen:
- Mi ne ŝatas lerni. – Ik houd niet van leren.
- Mi ŝatas teon. – Ik heb graag thee. Ik lust thee.
- Mi ŝatas kafon, sed mi preferas teon. – Ik heb graag koffie, maar ik heb liever thee. Ik lust koffie, maar geef de voorkeur aan thee.
Je
"Je" is een voorzetsel zonder bepaalde betekenis. Het wordt daar gebruikt, waar men geen ander geschikt voorzetsel kan vinden.
- Mi revenos je la tria (horo). – Ik zal om drie uur terug komen.
- Je kioma horo vi venos? – Om welk uur zult ge komen?
- Je via sano! – Op uw gezondheid!
Achtervoegsel -et
Verkleining, afzwakking:
- libreto – boekje
- dometo – huisje
- beleta – knap
- eta – klein
Achtervoegsel -eg
Vergroting, Versterking:
- belega – prachtig, schitterend
- homego – reus
- varmega – heet
- bonega – uitstekend, excellent
- ege – in hoge mate
- grandega – reusachtig
Achtervoegsel -iĝ
worden, zich … maken:
- interesiĝi – zich interesseren
- saniĝi – gezond worden
- proksimiĝi – naderen/ dichtbij komen
- trankviliĝi – rustig worden/ kalmeren
Farti
– Kiel vi fartas? – Hoe gaat het met u?