3. En kafejo

Bijwoorden

De afgeleide bijwoorden hebben de uitgang -e.

  • bele – mooi
  • multe – veel
  • forte – sterk
  • skribe – schriftelijk
  • poste – later
  • kune – samen

Per en Kun

Kun - met (samen met)

  • Li venis kun la amikino. – Hij kwam met de vriendin.
  • Mi parolos kun li. – Ik zal met hem spreken.

Per - met/per (door middel van)

  • Ĉu vi venis per aŭto? – Ben je per auto gekomen?
  • Li salutis per la mano. – Hij groette met de hand.

Post

post – na (tijd)

  • Post tri horoj li revenis. – Na drie uren kwam hij terug./ Drie uur later kwam hij terug;
  • Ni foriris post li. – Wij gingen na hem weg.

Malantaŭ

malantaŭ - achter (plaats)

  • Mi iras post vi. – Ik ga na u. (een tijd later)
  • Mi iras malantaŭ vi. – Ik ga achter u. (plaats)
  • Ŝi sidas malantaŭ la tablo. – Ze zit achter de tafel.

Bevelende vorm

De bevelende vorm heeft de woorduitgang -u.

  • Venu baldaŭ! – Kom snel!
  • Kantu! – Zing!
  • Manĝu nun! – Eet nu!

Achtervoegsel -ul

Persoon met bepaalde Eigenschap:

  • grandulo – een grote
  • malbonulo – slechterik
  • junulo – jongeling

Achtervoegsel -ej

Plaats, ruimte:

  • lernejo – school
  • laborejo – werkplaats
  • haltejo – halte

Achtervoegsel -ebl

Mogelijkheid, -baar, -lijk:

  • manĝebla – eetbaar
  • videbla – zichtbaar
  • kompreneble – begrijpelijk, natuurlijk
  • legebla – leesbaar
  • eble – mogelijk, misschien
  • malebla – onmogelijk