Bijwoorden
De afgeleide bijwoorden hebben de uitgang -e.
- bele – mooi
- multe – veel
- forte – sterk
- skribe – schriftelijk
- poste – later
- kune – samen
Per en Kun
Kun - met (samen met)
- Li venis kun la amikino. – Hij kwam met de vriendin.
- Mi parolos kun li. – Ik zal met hem spreken.
Per - met/per (door middel van)
- Ĉu vi venis per aŭto? – Ben je per auto gekomen?
- Li salutis per la mano. – Hij groette met de hand.
Post
post – na (tijd)
- Post tri horoj li revenis. – Na drie uren kwam hij terug./ Drie uur later kwam hij terug;
- Ni foriris post li. – Wij gingen na hem weg.
Malantaŭ
malantaŭ - achter (plaats)
- Mi iras post vi. – Ik ga na u. (een tijd later)
- Mi iras malantaŭ vi. – Ik ga achter u. (plaats)
- Ŝi sidas malantaŭ la tablo. – Ze zit achter de tafel.
Bevelende vorm
De bevelende vorm heeft de woorduitgang -u.
- Venu baldaŭ! – Kom snel!
- Kantu! – Zing!
- Manĝu nun! – Eet nu!
Achtervoegsel -ul
Persoon met bepaalde Eigenschap:
- grandulo – een grote
- malbonulo – slechterik
- junulo – jongeling
Achtervoegsel -ej
Plaats, ruimte:
- lernejo – school
- laborejo – werkplaats
- haltejo – halte
Achtervoegsel -ebl
Mogelijkheid, -baar, -lijk:
- manĝebla – eetbaar
- videbla – zichtbaar
- kompreneble – begrijpelijk, natuurlijk
- legebla – leesbaar
- eble – mogelijk, misschien
- malebla – onmogelijk